[Intro]
[Verse 1]
De golven roepen mij naar de horizon,
Een zeil dat wappert in de Egeïsche zon.
Ik volg de wind, een kompas van verlangen,
Naar Griekenland, waar de zee gaat zingen.
[Verse 2]
De olijven fluisteren op het Cycladenstrand,
Een haven vol verhalen, oud en ongepland.
De masten buigen voor Poseidons hand,
Mijn hart klopt ritme met het zoute zand.
[Chorus]
Oh, Griekenland, jouw golven dragen mij,
Een dans van licht op water, eeuwig vrij.
Ik wil zeilen waar de sterren aanraken zee,
Een droom van marmer, mythos en azuur blauwe thee.
[Bridge]
De eilanden zijn kaarten van vergeten tijd,
Een tocht door golven, eeuwigheid verbrijzeld wijd.
De Sirenen zingen nu een nieuw refrein,
Mijn zeil omarmt de storm, de angst verdwijnt.
[Chorus]
Oh, Griekenland, jouw golven dragen mij,
Een dans van licht op water, eeuwig vrij.
Ik wil zeilen waar de sterren aanraken zee,
Een droom van marmer, mythos en azuur blauwe thee.
[Outro]